Voor de Latinisten onder ons even een opfrissertje: Quot capita, tot sensus. Ken je ‘em nog? Het is een dichtregel die toegekend wordt aan Terentius, een Latijns schrijver die leefde in de tweede eeuw voor Christus. Vertaald naar het Nederlands betekent het dit: zoveel hoofden, zoveel zinnen. Deze poëtische zin vertelt ons iets over de meningen die wij hebben, namelijk dat ieder mens er een heeft. Welnu… We zijn inmiddels 22 eeuwen (voel je vrij om dit even na te rekenen) verder en leven in een tijd waar de hoofden en zinnen in duizelingwekkende aantallen zijn toegenomen. Daar waar het openlijk ventileren van meningen rond 150 v.Ch. louter toebedeeld was aan enkele geprivilegieerde ‘locals’, kan anno 2021 ruim de helft van de wereldbevolking gebruik maken van een openbaar ventileerplatform. Dat doen we dan ook gretig, kijk maar:
- Ruim 4 miljard mensen gebruiken iedere maand sociale media
- Dat is ruim de helft van de wereldbevolking
- Bijna 5 miljard mensen hebben internet
- Dus 90% van de internetgebruikers gebruikt sociale media en dat doen we gemiddeld 2,5 uur per dag.
(Bron cijfers: Influencer MarketingHub – Social Media Benchmark Report 2021.) En niet alleen ventileren we naar hartenlust, lieve mensen, we absorberen ook: we vullen ons met enorme hoeveelheden data. En terwijl we dat doen, worden wíj geabsorbeerd. Beetje bij beetje worden wij opgeslokt. Niet zozeer ten faveure van onszelf, overigens, maar van hongerige organisaties die ons met ons eigen vlees willen verleiden tot meer consumptie. Ik ben daaraan overigens zelf ook debet. We gooien ons voor de leeuwen ten behoeve van het vermaak van onszelf en anderen, ook dat, maar vooral voor de portemonnee van de organisator van het festijn. Dat dat een gouden concept is, wist men in de tijd van de Oude Romeinen overigens ook al, getuige verslaglegging uit die tijd. En dat niet alleen, want ‘de like’ was eveneens maatschappelijk ingebed: duimpje omhoog, gladiator blijft leven. Duimpje omlaag, gladiator wordt gedood. 22 eeuwen verder en geen spat veranderd, die wijze mens. Fascinerend, niet? Dat wat we kijken, lieve mensen, of het nou een gladiatorengevecht is of kattenfilmpjes, toont iets over onszelf; over onze voorkeuren. En sociale wezens die wij zijn, wijken we liever niet teveel af van andermens voorkeuren, waardoor we vooral doen wat anderen doen die weer doen wat de rest doet. De macht van de duimpjes is groot. Het principe (en tevens verdienmodel) hierachter is ouder dan de weg naar Rome én de fundamenten van Meta, Apple, Microsoft en Alphabet (i.e. het moederbedrijf van Google): waarmee je omgaat, daarmee wordt je besmet. Dat principe leent zich uitstekend voor opschaling, leert de geschiedenis. Daar waar de beïnvloedingscirkel voorheen niet veel verder reikte dan een kleine sociale kring (school, woonomgeving, werkomgeving, geloofshuis, familie, etc.), reikt het nu tot zover de mensheid gaan kan. Inmiddels hebben we een aardbol vol meningen die inmiddels niet meer aan de hand van de kleine sociale kring een tunnel in gestuurd wordt, maar aan de hand van algoritmen. Het gevolg hiervan is dat de bekende tunnel vooral langer en drukker wordt, maar niet gevarieerder. Een systeem wat zich in stand houdt en uitbreidt zolang we ervoor kiezen om massaal van deze route gebruik te blijven maken en erin te blijven investeren. Ik hou daar dus niet van, van lange, drukke en ongevarieerde tunnelwegen. Doodvermoeiend, vind ik ze. Slaapverwekkend saai. Deprimerend, zelfs. Totaal niet tot de verbeelding sprekend. En ik ben ongetwijfeld niet de enige. (Zo heb ik op de vraag: ‘Heb je nog wat leuks gedaan dit weekend?’ nog niemand horen zeggen dat ‘ie eens even lekker op een ellenlange en drukke tunnelweg heeft gereden. Jij?) En toch doe ik het. De wijze mens die ik ben. Hoe vaak ik niet door een dertien-in-een-dozijn-tijdlijn scroll, zelfbevestigend surf op internet, of naar een programma kijk dat werkelijk het laatste had moeten zijn waaraan ik mijn kostbare tijd besteed en óók nog eens mijn brein vul met reclameboodschappen… Ik vind het bijna beschamend hoe moeiteloos ik die tunnelweg in rijd. Echt. Ik doe mijn taxonomische naam geen eer aan. Maar, ik probeer het te veranderen, de route. Ik probeer het ‘anders’ te doen. Dit hoofd probeert een andere zin te formuleren. Nb de ironie (hypocrisie?) daarvan is dat ik mij daarbij graag omring met mensen die er ook zo in staan. Hoe dan ook, ik ben blij met al die verschillende hoofden en dito zinnen. Ik ben blij dat er in de kakafonie van stemmen, hoe hysterisch deze inmiddels ook is, stemmen klinken die opvallen. Blij dat er mensen zijn die afritten maken van drukke wegen zodat anderen kunnen genieten van een ervaring buiten de mainstream. (Rome is mooi, maar de wereld buiten Rome is dat ook.) Blij met degenen die zich bewust ‘besmetten’ met een andere omgeving omdat ze geloven dat hun omgeving slechts één is van velen. Omdat hen dat rijkdom brengt, bijvoorbeeld, die ze vervolgens kunnen delen met anderen. Aldus pleit deze gladiator voor een route met meer gladiolen en minder dood. ‘Leuk verhaal, Van Diemen, maar wat heeft dit in hemelsnaam met je werk te maken?’ Hoor ik je denken. Zo op het eerste oog geen ruk, denk ik. Maar, zoals dat doorgaans ook met huwelijken gaat: de tweede poging is beter. Dit verhaal heeft dus veel met mijn werk te maken:
- Het ontdekken van een bijzonder geluid in kakafonische omstandigheden vraagt om een sensitief gehoor en kennis van muziek en publiek.
- Die bijzondere geluiden vertalen naar verhalen die anderen raken, is een talent.
- Rake verhalen aan de mens brengen, is een vaardigheid.
I’ve got it all, baby. Wat dat betreft heeft het werk van een PR specialist veel weg van een dirigent, bedenk ik mij nu ik dit schrijf. Wat ondergetekende, als groot liefhebber van klassieke muziek, als muziek in de oren klinkt. (Over klassieke muziek gesproken: degene die nog een filmpje uit de oude doos wil zien, ziet mij hier in 2013 een pianoconcert presenteren in Haarlem.) Dit was het voor vandaag. Maak er een fijne dag van! Groet, Amanda