De eerste keer dat ik met een Gen Z-collega werkte, voelde ik me oud. Niet omdat ik dat ben, maar omdat ik opeens geconfronteerd werd met een compleet nieuwe werkmentaliteit. Waar ik gewend was aan hiërarchie en ‘je moet eerst ervaring opbouwen’, stelde mijn jonge collega kritische vragen als: “Waarom doen we dit eigenlijk zo?” en “Kan dit niet efficiënter?”
Gen Z brengt een frisse wind op de werkvloer. Ze groeit op in een wereld waar technologie vanzelfsprekend is, waar werk en privé steeds meer door elkaar lopen en waar purpose minstens zo belangrijk is als salaris. Ze is direct, digitaalvaardig en verwacht flexibiliteit – niet omdat ze ‘lui’ is, maar omdat ze gelooft dat werk iets is dat je doet, niet per se een plek waar je naartoe gaat.
Wat mij vooral opvalt, is haar lef. Ze durft grenzen te stellen, feedback te vragen én te geven, en ze accepteert niet zomaar de status quo. Dit kan soms botsen met oudere generaties die gewend zijn aan een meer traditionele werkwijze. Maar als we goed luisteren, kunnen we leren van haar frisse blik: slimmer samenwerken, mentaal welzijn serieus nemen en betekenisvol werk centraal stellen.
In plaats van de verschillen te benadrukken, kunnen we juist zoeken naar manieren om van elkaar te leren. Want laten we eerlijk zijn: een combinatie van ervaring én vernieuwing is de sleutel tot succes.
💡 Hoe ervaar jij de opkomst van Gen Z op de werkvloer? Inspirerend of uitdagend?
Joaquin Urbina