Een groot misverstand over free publicity: “het werkt alleen voor grote organisaties”. Dit is iets wat mensen vaak denken en wat wij ook regelmatig horen. In eerste instantie dacht ik dat ook. Heineken, TUI, Apple, Volkswagen, Netflix… noem maar op. Deze organisaties krijg je makkelijk in de media. Maar organisaties met een meer lokaal/regionaal karakter, veel te lastig! Het tegenovergestelde is echter waar. Ik vertel je waarom:
Organisaties die zich richten op een nichemarkt of opereren in een duidelijke gebied (een stad, gemeente, provincie..) zijn bij uitstek geschikt voor een free publicity strategie. Je moet gewoon weten waar de doelgroep van deze organisatie zich begeeft.
Simpel
De reden is eigenlijk even simpel als begrijpelijk: als jij bijvoorbeeld een bouwbedrijf bent in de regio Noord-Holland, dan is het duidelijk welke media relevant voor jou zouden zijn. Ten eerste, lokale, Noord-Hollandse media en ten tweede vakmedia gericht op bouw. Denk hierbij aan Cobouw en GWW. Het is bijzonder duidelijk welke media relevant zijn om met jouw organisatie te bereiken. Dergelijke media zitten ook te wachten op relevante content, die jij als (relatief) kleine organisatie kunt leveren. Als organisatie ben je namelijk relevant voor de doelgroep, zij het op lokaal niveau, zij het op brancheniveau. Bovendien ligt de attentiewaarde bij dergelijke media vaak hoog. Een win-winsituatie dus.
Aantrekkelijk
Hoewel het in eerste instantie aantrekkelijker lijkt om je met een free publicity strategie te richten op landelijke media, is dit voor veel organisaties niet het geval. Want wat heeft een lezer van de Telegraaf die in Maastricht woont aan een redactioneel artikel over jouw organisatie als deze gevestigd is in bijvoorbeeld Haarlem? Tenzij die persoon ook werkzaam is in dezelfde sector als jouw organisatie. Dus: mediakeuze en doelgroep zijn alles. Wil je de aandachtswaarde zo groot mogelijk maken? Kies dan voor een lokaal of vakgerelateerd medium.
Overtuigd? We gaan graag voor je aan de slag.
– Els Kaptijn